Boerderij-camping Spaanse Pyreneeën

rust - verrassend natuurschoon - wandelen - gastvrijheid

Adres: San Marcial, s/n - A-138 Km. 71.500

22365 Salinas de Sin (Huesca) Aragón España

Telefoon: Vast: 00 34 974504010

Mobiel 00 34 606844924



Wat vliegt daar?  

Daar in de Spaanse Pyreneeën zijn natuurlijk ook merels en mussen, maar het indrukwekkendste zijn de roofvogels die in de vrije natuur leven. Dat is nog eens wat anders van Ouwehands Dierenpark of Artis!

Dit zijn de vier roofvogels die het meeste te zien zijn.

.

terug naar de homepage


De rode wouw    

Dit is de kleinste roofvogel die je in de streek van Caserio San Marcial ziet rondvliegen. Het is een arendachtige en een snelle vlieger, die soms laag over akkers scheert op zoek naar kleine knaagdieren.

- ca. 65 centimeter groot

- lijkt op een buizerd, maar is meer roodachtig

- diep gevorkte staart.

Jaagt ook op middelgrote zoogdieren en vogels, maar kan ook prooien van andere roofvogels afpakken.

Ook aaseter.

Heeft een voorkeur voor halfopen landschappen, landbouwgebieden waar kan worden gejaagd en dichtbij kleine bossen waar kan worden gebroed.


Vale gier    

Met zijn ca. 1 meter lange lijf een indrukwekkende verschijning.

De vleugelspanwijdte is circa 2,30-2,65m.

- grootste vogel ter wereld.

- gewicht 6 tot meer dan 10 kilo.

- Kleine kop

De vale gier is zandkleurig tot donkerbruin van kleur, de kop en de hals zijn wit, evenals de kraag tussen hals en lichaam.

Door zijn lange nek zonder veren kan de gier zijn kop relatief ver in een kadaver steken zonder dat de veren blijven haken.

 

De slagpennen (de 'dragende' veren op de vleugels waar mee gevlogen wordt) en de staartveren zijn donker (tot zwart). Jonge exemplaren hebben een bruine kraag en zijn donkerder van kleur.

- Vleugels zijn lang en breed, de vleugelpennen doen in vlucht enigszins denken aan vingers.

- De poten zijn relatief kort.

- Leeft in bergachtige gebieden, kale, dorre streken zonder veel bomen

- De gier rust en broedt langs steile kliffen.

De vale gier legt in de regel maar één ei per jaar, het ei wordt door beide ouders uitgebroed en het jong blijft tot een half jaar in het nest. Een broedpaar is monogaam en blijft het hele leven bij elkaar. De vale gier is een sociale soort; de vogel broedt in kolonies en jaagt in groepen.

De nesten liggen minstens twee meter van elkaar en worden door de ouders fel verdedigd. De vale gier is ook tam te maken, er is een in gevangenschap gehouden exemplaar bekend dat een leeftijd bereikte van 37 jaar.

Met de enorme vleugels legt de gier grote afstanden af, en hoewel de vogels meestal zweven en ze langzaam lijken te vliegen kunnen ze een snelheid bereiken van meer dan 70 kilometer per uur, en honderden kilometers per dag afleggen. De vale gier zweeft op de door de zon verwarmde stijgende luchtstromen en slaat zo min mogelijk met de vleugels om energie te sparen.

De Vale Gier is een aaseter, zoekt al vliegend naar karkassen van dieren als runderen of een wild zwijn.

Onderweg zie je soms hoe een kadaver van een wild zwijn aan stukken wordt gereten.

Dat gaat er helemaal niet zachtzinnig aan toe.

Vale gieren foerageren in groepen, waarbij de dieren elkaar goed in de gaten houden. Als één gier voedsel vindt, vliegt de rest mee naar beneden.


Tijdens de maaltijd worden door de dominantste gier luid sissende geluiden gemaakt, de andere gieren reageren hierop met grommende geluiden. De gier kan zelf overigens geen lijken openscheuren, en moet bij een 'vers' lijk wachten op andere dieren, zoals sterkere roofvogels, die het karkas aanvreten.

Een leeggegeten karkas van een wild zwijn, aangetroffen op een akker.

De vale gieren hebben het beest binnenste-buiten gekeerd en de inhoud opgegeten..

Links is nog een stukje vacht zichtbaar.

Rechts de kaken van het zwijn.


De Lammergier

De lammergier is 100-115 cm groot en heeft een spanwijdte

van 245-272 cm.

Verschilt van andere grote gieren door

-langere en smallere vleugels

-een lange wigvormige staart, zodat silhouet wat op grote valk lijkt.

Zwartbruine bovendelen, vleugels en staart, contrasterend met oranjegeel lichaam en geelwitte kop; zwarte vlek van snavelbasis tot rond oog;

- Heeft ’snor’ aan snavelbasis.

Zeldzaam

Voedsel. Eet botten en vlees van dode zoogdieren, reptielen en vogels. Botten worden geheel genuttigd. Kenmerkend voor Lammergier is het vanaf grote hoogte laten vallen van botten zodat deze splijten en merg gegeten kan worden.


De Aasgier  

Veldkenmerken. 60-70 cm, spanwijdte 158-163 cm. Aanzienlijk kleiner dan andere gieren. Heeft kenmerkend silhouet met lange zwart-witte vleugels (patroon lijkt op Ooievaar) en korte wigvormige staart.

Heeft kale gele kop en keel en wittige kraag in nek. Verenkleed crèmewit, contrasterend met zwarte hand- en armpennen, schouder- en binnenste vleugeldekveren rossig-beige, kraag en nekveren gelig. Haaksnavel dun. Juveniel bruin met blekere vleugeldekveren en stuit; wordt bij ouder worden langzaamaan witter

Voedsel. Eet, naast aas, reptielen, vogels, kleine zoogdieren, grote insecten. Eet soms eieren door deze op de grond stuk te smijten of, bijgrotere eieren, door ze stuk te gooien met steentjes. Vaak nabij menselijke bewoning, waar hij op afval aast.

 

 


De vier op een rij:

 
Vale Gier
Wouw
Lammergier
Aasgier

- Zeer groot (+2,5 meter)

- Kale nek

- Lange brede vleugels

- Vleugelpennen lijken op vingers.

- Klein, snel

- Wigvormige staart

- Donker van kleur

-Lange en smalle vleugels

-Lange wigvormige staart

- kleiner

- Korte rond/puntige staart

- Wit / zwarte vleugels

 

Informatie over wouwen, gieren, valken, arenden, buizerden, kiekendieven, haviken, sperwers..., zie: wikipedia

Zie ook het buitengewoon interessante website: www.soortenbank.nl

schoentjes